Nestkast

Nestkast

Vanwege de vele aanvragen voor de bouwtekeningen van een mezenkast, heb ik besloten om deze gewoon online te plaatsen. Toegankelijk voor iedereen en een helpende hand voor de natuur. Want daar gaat het uiteindelijk toch om. Klik op de foto’s om ze uit te vergroten. Mocht je op zoek zijn naar kasten voor andere vogelsoorten, stuur even een mailtje naar boswachterenco@gmail.com

Deze tekeningen zijn van mijn inmiddels overleden opa Jan van Ommering. Hij heeft mij het vogelen aangeleerd. Als drie jarig jongetje die niet kon lezen, duwde hij mij een vogelboek in mijn handen. “Wijs maar aan dan lees ik het wel voor”. Zodoende kon ik op die leeftijd al menig vogel herkennen. Hij heeft mij deze tekeningen geschonken om te gebruiken. Zijn revolutionaire model heeft een openklappende voorzijde, waardoor schoonmaken erg makkelijk is. Door deze tekeningen openbaar te maken, hoop ik zijn liefde voor de natuur aan jullie door te geven.

 

  • Gebruik voor dit kastje 18mm multiplex/underlayment en schroeven 4.0 x 40mm.
  • Boor de gaten voor. dit gaat splijten tegen.
  • Verf de gehele buitenkant na het in elkaar zetten. Niet de binnenzijde. Mocht het niet helemaal waterdicht zijn, is niet erg. Het kastje moet ademen.
  • Ophangen kan het makkelijkst door 1 of 2 schroeven van binnenuit door de achterkant heen te schroeven.

Dit is zowel de bouwtekening voor een nestkast voor een pimpelmees als voor een koolmees. Het verschil zit hem in de grootte van het gat wat je er in maakt. 27mm voor de pimpelmees en 30mm voor de koolmees. Beide vogelsoorten komen algemeen voor en eten een vrij divers aanbod aan rupsen. Buxusmot doen ze beide en tot nu toe ben ik alleen bekend met de koolmees die de eikenprocessierups eet.

Verdere voorschriften:

  • Hang het nestkastje met de ingang op het oosten of noorden. Op de andere richtingen krijgt het kastje teveel zon en koken de jongen in het kastje.
  • Hang ze niet te dicht bij elkaar. Mezen zijn territoriaal en dulden geen buren. Minimaal 10 meter uit elkaar is mij verteld, maar meer is altijd beter.
  • Zorg voor een vrije aanvliegroute. Dus niet pal achter een struik of tak.
  • Zorg voor een plek waar ze kunnen landen voordat ze naar het huisje vliegen. Meestal kijken ze of de kust veilig is, alvorens het huisje in te vliegen. Zodra ze jongen hebben, vervliegt deze vereiste en knallen ze direct het huisje in. Ouderlijke druk is dan erg hoog.
  • Geen katten in de tuin! of in de buurt. Hang dus je kastje niet te laag op. Hoogte is in principe geen probleem, zolang er maar geen katten bij kunnen en de mezen het gevoel hebben dat ze veilig zijn.
  • Maak na het broedseizoen, dus tussen augustus – februari het gebruikte nestkastje schoon. Oude nest er uit en even de stoffer er doorheen is genoeg. Mezen gaan niet een gebruikt nest gebruiken. Maar doe dit niet te snel, koolmezen doen soms meerdere legsels per jaar en gebruiken in dat seizoen wel hetzelfde nest.

Deze kastjes zijn bewijzen te werken voor koolmees en pimpelmees en zelfs de ringmus heeft er gebruik van gemaakt. Gebruik ze in de strijd tegen vervelende rupsen en geniet natuurlijk van het gedrag van deze vogels die je tuin komen verleuken.

Mocht je nog vragen hebben, stuur een mailtje naar boswachterenco@gmail.com. Ik kan dan ook eventueel meekijken, wat de beste locatie is om hem op te hangen. Ook kan ik helpen bij nestkasten voor andere vogelsoorten.